maandag 10 januari 2011

Mode

Ik heb een fiets met niets. Geen versnellingen, geen accessoires en al helemaal geen hulpmotor. Mijn fiets brengt me moeiteloos van A naar B. En weer terug. Hij is niet mooi en wordt niet gestolen. Prima, zou je zeggen. Maar toen ik laatst om me heen keek in de fietsenkelder op mijn werk, zag ik dat ik totaal niet meer mee doe.
Als eerste is daar de fiets met de bloemenslinger. Nonchalant gedrapeerd rond het stuur. In vrolijke kleurtjes. Het heeft de uitstraling van: ik ben een heel blij mens. Ik ben altijd gewaarschuwd voor blije mensen. Ken je die gele  t-shirts met smileys erop van vroeger? Ook voor eng blije mensen. Een toenmalige wat zwartgallige vriend zei: “Dat zijn de eersten die zelfmoord plegen”. Bloemenslingers: alleen als je 10 bent. Daarna: niet meer doen.
Dan heb je de fiets met krat aan de voorkant. Heel eerlijk: toen ik die voor het eerst zag, kreeg ik even het ‘hebben-gevoel’. Tot half Nederland er zwabberend mee rond reed. Gewicht voorop: niet handig. Het krat werd een item in het jeugdjournaal. Dus alleen doen als je 12 bent.
De laatste trend die ik in de fietsenkelder spotte, was zeg maar de boer-zoekt-vrouw-fiets. Nostalgisch modelletje, pastelkleurig en met een leeruitziend zadel. Je ziet Yvon Jaspers er zo op weg trappen. Ik vermoed ook een olijk klinkende bel. Ik denk dat ik de doelgroep ben, maar ik kijk ook al niet naar #BZV.
De fiets is een mode-ding geworden. Dat is een soort vooruitgang. De fiets sterft niet uit, maar doet aan upgrading. Ook hippe mensen hebben een fiets. Dat is ook nog eens goed voor de economie. Moet ík me nu zorgen maken over mijn fiets met niets? Nee. Mijn fiets brengt me van A naar B. En weer terug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten